GOMOS heeft zondagmiddag niet de eerste periodetitel kunnen pakken. De ploeg van trainer Wim Bakering ging tijdens de beladen derby tegen Roden met 2-0 onderuit.

Maar liefst 1000 toeschouwers waren op het duel in Roden afgekomen. Er hing vanaf het begin tot het eind een echte derbysfeer. Helemaal toen de spelers het veld betraden, want beide ploegen werden onthaald met veel vuurwerk en spandoeken. Roden begon gedreven en kwam dan ook in de 18e minuut op voorsprong. Na slecht uitverdedigen van Jeffrey Krul kreeg Enrico Wardenier de bal voor de voeten en hij verschalkte doelman Melvin Koning. GOMOS kwam via de opkomende Richard Meursing een aantal keren goed door op de rechterkant, maar dit resulteerde niet in grote kansen.

Na een kwartier spelen in de tweede helft kreeg GOMOS de uitgelezen mogelijkheid op de gelijkmaker. Richard Meursing werd onderuit gehaald en de bal ging op de stip. Guido Bos, aanvoerder van Roden, kreeg bij deze overtreding zijn tweede gele kaart en moest het speelveld verlaten. De penalty van Ronald Sloots werd echter getopt door de doelman van Roden. Ook tegen tien man konden de Norgers weinig creëeren. Ivo Drenth was nog dichtbij de gelijkmaker maar zijn kopbal belandde op de paal. In de absolute slotfase maakte Enrico Wardenier zijn tweede treffer van de wedstrijd en gooide de wedstrijd hiermee op slot.

Een pijnlijk verlies voor GOMOS, dat al bij een gelijkspel zeker was van de periodetitel. Die gaat nu naar SC Stadspark. Ondanks de grote teleurstelling werd er na afloop toch nog een gezellig feestje gevierd in de kantine, waarbij de Norgers flink in de meerderheid waren. Aanstaande donderdag 5 april speelt GOMOS de thuiswedstrijd tegen Hoogezand. De wedstrijd in Norg begint om 18.30 uur. Drie dagen later komt Amicitia VMC op bezoek in Norg. Dan wordt er om 14.00 uur afgetrapt.

Melvin Koning, Richard Meursing, Ronald Sloots, Ramon Klok, Jeffrey Krul (Jan-Harm Siegers/46), Ricardo Smit (Daan Krause/46), Roy Slachter (Jeroen van der Horst/65), Jordi van Esch, Ivo Drenth, Jannes Siegers, Guido Koolen.